vrijdag 10 april 2020 om 19.30 uur

Goede Vrijdag - ALLEEN VIA KERKTV, GEEN Heilig Avondmaal
Voorganger(s): Ds. G.C. Buijs
Ouderling(en): Dhr. Willem van Zuuk
Organist: Marijn de Jong


LIVE UITZENDING




Welkom

Moment van stil gebed

Bemoediging en groet

Zingen:
Hemelhoog 191: 1, 2, 6 en 7 (Leer mij, O Heer, Uw lijden recht betrachten)

Gebed

1 e Schriftlezing: Johannes 19: 1-16a
1 Toen liet ​Pilatus​ Jezus ​geselen. 2 De ​soldaten​ vlochten een ​kroon​ van doorntakken, zetten die op
zijn hoofd en deden hem een purperen ​mantel​ aan. 3 Ze liepen naar hem toe en zeiden: ‘Leve de
​koning​ van de ​Joden!’, en ze sloegen hem in het gezicht. 4 Pilatus​ liep weer naar buiten en zei: ‘Ik zal
hem hier buiten aan u tonen om u duidelijk te maken dat ik geen enkel bewijs van zijn ​schuld​ heb
gevonden.’ 5 Daarop kwam Jezus naar buiten, met de doornenkroon op en de purperen ​mantel​ aan.
‘Hier is hij, de mens,’ zei ​Pilatus. 6 Maar toen de hogepriesters en de gerechtsdienaars hem zagen
begonnen ze te schreeuwen: ‘Kruisig​ hem, ​kruisig​ hem!’ Toen zei ​Pilatus: ‘Neem hem dan maar mee
en ​kruisig​ hem zelf, want ik zie niet waaraan hij schuldig is.’ 7 De ​Joden​ zeiden: ‘Wij hebben een wet
die zegt dat hij moet sterven, omdat hij zich de ​Zoon van God​ heeft genoemd.’ 8 Toen ​Pilatus​ dat
hoorde werd hij erg bang. 9 Hij ging het ​pretorium​ weer in en vroeg aan Jezus: ‘Waar komt u
vandaan?’ Maar Jezus gaf geen antwoord. 10 ‘Waarom zegt u niets tegen mij?’ vroeg ​Pilatus. ‘Weet u
dan niet dat ik de macht heb om u vrij te laten of u te ​kruisigen?’ 11 Jezus antwoordde: ‘De enige
macht die u over mij hebt, is u van boven gegeven. Daarom draagt degene die mij aan u uitgeleverd
heeft de meeste ​schuld.’ 12 Vanaf dat moment wilde ​Pilatus​ hem vrijlaten. Maar de ​Joden​ riepen:
‘Als u die man vrijlaat bent u geen vriend van de ​keizer, want iedereen die zichzelf tot ​koning​ uitroept
pleegt verzet tegen de ​keizer.’ 13 Pilatus​ hoorde dat, liet Jezus naar buiten brengen en nam plaats op
de rechterstoel op het zogeheten Mozaïekterras, in het Hebreeuws Gabbata. 14 Het was rond het
middaguur op de voorbereidingsdag van ​Pesach. ​Pilatus​ zei tegen de ​Joden: ‘Hier is hij, uw
​koning.’ 15Meteen schreeuwden ze: ‘Weg met hem, weg met hem, aan het ​kruis​ met hem!’ ​Pilatus​
vroeg: ‘Moet ik uw ​koning​ ​kruisigen?’ Maar de hogepriesters antwoordden: ‘Wij hebben geen andere
​koning​ dan de ​keizer!’ 16 Toen droeg ​Pilatus​ hem aan hen over om hem te laten ​kruisigen.
Jezus gekruisigd en begraven

Zingen: NLB 576 A: 1, 2 en 3 (O hoofd vol bloed en wonden)

2 e Schriftlezing: Johannes 16: 16b-30
Zij voerden Jezus weg; 17 hij droeg zelf het ​kruis​ naar de zogeheten Schedelplaats, in het Hebreeuws
Golgota. 18 Daar ​kruisigden​ ze hem, met twee anderen, aan weerskanten één, en Jezus in het
midden. 19 Pilatus​ had een inscriptie laten maken die op het ​kruis​ bevestigd werd. Er stond op ‘Jezus
uit ​Nazaret, ​koning​ van de ​Joden’. 20Het stond er in het Hebreeuws, het Latijn en het Grieks, en
omdat de plek waar Jezus gekruisigd werd dicht bij de stad lag, werd deze inscriptie door veel ​Joden​
gelezen. 21 De hogepriesters van de ​Joden​ zeiden tegen ​Pilatus: ‘U moet niet “koning​ van de ​Joden”
schrijven, maar “Deze man heeft beweerd: Ik ben de ​koning​ van de ​Joden”.’ 22‘Wat ik geschreven
heb, dat heb ik geschreven,’ was het antwoord van ​Pilatus.
23 Nadat ze Jezus gekruisigd hadden, verdeelden de ​soldaten​ zijn ​kleren​ in vieren, voor iedere
​soldaat​ een deel. Maar zijn ​onderkleed​ was in één stuk ​geweven, van boven tot beneden. 24 Ze
zeiden tegen elkaar: ‘Laten we het niet scheuren, maar laten we loten wie het hebben mag.’ Zo ging
in vervulling wat de Schrift zegt: ‘Ze verdeelden mijn ​kleren​ onder elkaar en wierpen het lot om mijn
gewaad.’ Dat is wat de ​soldaten​ deden.
25 Bij het ​kruis​ van Jezus stonden zijn moeder met haar zuster, Maria, de vrouw van Klopas, en ​Maria
uit Magdala. 26 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de ​leerling​ van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ 27 en daarna tegen de ​leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat
moment nam die ​leerling​ haar bij zich in huis.
28 oen wist Jezus dat alles was volbracht, en om de Schrift geheel in vervulling te laten gaan zei hij:
‘Ik heb dorst.’ 29 Er stond daar een vat zure ​wijn; ze staken er een majoraantak met een spons in en
brachten die naar zijn mond. 30 Nadat Jezus ervan gedronken had zei hij: ‘Het is volbracht.’ Hij boog
zijn hoofd en gaf de geest.

Zingen: Hemelhoog 203 (Via dolorosa)

Overdenking

Meditatief pianospel

Zingen: NLB 560 (Hij ging de weg zo eenzaam)

Gebeden

Zingen: Hemelhoog 285 (Stilte over alle landen)

Zegen

Collectebestemmingen

1e collecte, diaconie
De emeritus predikant Arie Goijert verspreidde tijdens reizen naar landen in Oost Afrika 9000 bijbels. Dit deed hij met hulp van zijn vrouw Corrie en vier vrouwen uit Spakenburg.
In Rwanda kreeg hij hulp van een groep van elf bijbeluitdelers die de boeken gratis bij zo’n twintig christelijke gemeenten in alle uithoeken van Rwanda uit hebben gedeeld.
Samen met de bijbels werd ook kleding voor de allerarmsten meegenomen en aan hen gegeven. Emeritus predikant Arie Goijert koopt de bijbels bij het Rwandese Bijbelgenootschap in de hoofdstad Kigali. Hij wil dit werk graag voortzetten en nog meer bijbels verspreiden in Rwanda. Om dit mogelijk te maken heeft hij geld nodig om ter plekke de bijbels te kunnen kopen.
 

terug